Vanaf eind 2020 gelden nieuwe energieprestatie-eisen voor nieuwbouw in Nederland. Daarmee komt, na twintig jaar, een einde aan de energieprestatiecoëfficient of EPC. In de plaats daarvan komen drie eisen voor ‘bijna-energieneutrale gebouwen’ of BENG.
Gebreken van EPC
De Rijksoverheid stelt eisen aan de energiezuinigheid van nieuwe gebouwen, berekend aan de hand van het primaire energieverbruik en enkele correctiefactoren. Welke maatregelen eigenaars en bewoners nemen om aan de huidige eis te voldoen, mogen ze zelf kiezen, en daar knelt het schoentje. “Je kunt je afvragen of het wel zo duurzaam en slim is om een gebouw maximaal vol te leggen met zonnepanelen,” vertelt adviseur Jacqueline Hooijschuur van RVO.nl, “zonder eerst de energiebehoefte te beperken met isolatie.” Het huidige systeem laat particulieren vrij om zelf te bepalen hoe ze hun woning verduurzamen, waardoor niet altijd de beste keuzes worden gemaakt.
Drie nieuwe criteria voor energieprestaties
Eind 2020 wordt EPC vervangen door drie nieuwe criteria voor bijna-energieneutrale gebouwen (BENG):
- Energiebehoefte: hoeveel energie heeft een gebouw nodig voor verwarming en koeling? Hoe lager de behoefte, hoe beter. Je verlaagt je behoefte door het gebouw te isoleren, zonwering te installeren, …
- Primair energiegebruik: hoeveel energie verbruikt een gebouw om aan de energiebehoefte te voldoen? Er gaat namelijk energie verloren tijdens de omzetting, het transport, …
- Aandeel hernieuwbare energie: het percentage hernieuwbare energie van het totale energiegebruik.
Voor elk BENG-criterium geldt vanaf 2020 een eis die varieert voor woningen, utiliteitsgebouwen en andere gebouwcategorieën.
Wat is de impact van deze verandering?
Terwijl je met EPC kunt kiezen hoe je de energieprestaties verbetert – bijvoorbeeld door te isoleren, maar evengoed door niet te isoleren en wel in te zetten op hernieuwbare energie – kan er bij BENG geen twijfel bestaan over de prioriteiten. Energiebesparing krijgt voorrang op energieopwekking. Je moet eerst beknibbelen op je energiebehoefte, en dan pas inzetten op efficiëntere verwarming.
Let wel: het aandeel hernieuwbare energie komt pas op de derde positie, maar mag toch niet verwaarloosd worden. Voor alle soorten gebouwen geldt vanaf 2020 dat minstens 50 procent van het gebouwgebonden energiegebruik afkomstig moet zijn van duurzame bronnen.