De energieprestatiecoëfficiënt (EPC) anno 2016

22/08/2016

Het Bouwbesluit stelt eisen aan energiezuinigheid van nieuwe woningen en utiliteitsgebouwen, en gaat daarmee in op Europese wetgeving rond de energieprestaties van gebouwen. De bepaling van de EPC of energieprestatiecoëfficiënt ligt vast in de norm NEN 7120. Wat betekent deze regelgeving concreet voor opdrachtgevers en eigenaren? En wat met het energielabel? We lichten de belangrijkste aspecten toe.

Wat is de energieprestatiecoëfficient?

EPC 2016De EPC is een index die aanduidt hoe efficiënt een nieuw bouwwerk met energie omgaat. De energieprestatiecoëfficiënt houdt rekening met heel wat zaken, zoals:

  • Isolatie
  • Luchtdichtheid
  • Technische installaties: verwarmingsketel, boiler, verwarmingstoestellen, ventilatie, …
  • Oriëntatie en zonwering

Het EPC is gebaseerd op de Europese EPBD-richtlijn van 22 december 2002 en kadert in het Kyotoprotocol om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. De Rijksoverheid heeft deze richtlijn vervolgens omgezet in nationale wetgeving. De EPC-berekening is opgenomen in het Bouwbesluit en ligt sinds 2012 vast in de norm NEN 7120. De afgelopen jaren zijn de normen nog aangescherpt.

Wat is het minimale EPC voor woning- en kantoorbouw?

De huidige EPC-normen gingen op 1 januari 2015 in:

Energielabel verplicht voor alle gebouwen

De overheid en bouwsector ondernemen daarnaast stappen om ook bestaande woningen te verduurzamen. Daarvoor riepen ze het energielabel in het leven. Met een energielabel kunnen kopers en huurders in een oogopslag zien of een woning al dan niet energiezuinig is. Dat is handig, want kiezen voor een zuinige woning betekent een lagere energierekening, meer wooncomfort en een lagere CO2-uitstoot.

Utiliteitsgebouwen, zoals bedrijfspanden, scholen, winkels en ziekenhuizen, moeten ook een energielabel hebben. Als eigenaar van zo’n gebouw moet je zelf een erkende deskundige inschakelen, die berekent hoe goed of hoe slecht de energieprestaties zijn.

 

loading