Of het nu de duurzaamheid is, het milieuvriendelijke of de kostenbesparing: steeds meer particulieren en bedrijven kiezen ervoor om ecologisch te bouwen. Is dat stiekem dé manier om slapend rijk te worden?
Duurzaam bouwen = duur bouwen?
Duurzaamheid heeft voor veel mensen een bedenkelijke reputatie. Hoewel er talloze morele voordelen aan kleven, is de portemonnee vaak de dupe van een duurzame insteek. Ook in de bouw. Ecologisch verantwoorde bouwmaterialen zijn nu eenmaal duurder dan massaal geproduceerde, minder milieuvriendelijke grondstoffen.
Een begroeid dak in plaats van dakpannen is misschien ‘groener’, maar het kost ook veel meer onderhoud, tijd en geld. En een huis isoleren? Voor dubbel glas betaal je al snel dubbel zo veel. Geen wonder dat duurzaam bouwen in de bouwwereld gekscherend ‘duur bouwen’ wordt genoemd.
Voordelen van ecologisch bouwen
Toch doe je er goed aan om in te zetten op optimale duurzaamheid. Waar de kosten aanvankelijk overweldigend kunnen zijn, pakken ze op lange termijn juist positief uit. Op die manier spek je, slapend onder je geïsoleerde dak, indirect je bankrekening.
Een voorbeeld is het doorspoelen van het toilet met regenwater in plaats van drinkwater. Tel de winst uit die jaarlijks te behalen valt, wetende dat 25 tot 30 procent van de jaarlijkse waterrekening via de wc in het riool verdwijnt. Of op grotere schaal: duurzaam hout gebruiken in plaats van tropisch hardhout zorgt voor minder ontbossing, en remt de opwarming van de aarde – iets waar we allemaal de prijs voor betalen.
Steentje bijdragen
Door ecologisch te bouwen kun je met andere woorden letterlijk een steentje bijdragen aan een beter milieu, zonder dat je er financieel op achteruit hoeft te gaan. Je wordt er na de oorspronkelijke investering zelfs alleen maar beter van. Leven in een huis dat draait op zonne-energie en gevoed wordt door regenwater zou je bijna gratis kunnen noemen.
